15
ter op de watertoevoer van de reactor (1.2) en de slang
waardoor het water het aquarium inloopt aan de water-
uitloop van de reactor (1.3). Beveilig de slangen met de
dopmoeren op de watertoevoer en -uitloop van de
reactor. Nu wordt de CO2-toevoerende slang 4/6 mm
(het best kan hiervoor de CO2-dichte sera CO2-slang
worden gebruikt) op het CO2-inlaatstuk (1.4) geplaatst.
In de buurt van de sera actieve reactor 500 of 1000 moet
op een goed zichtbare plaats een blaasjesteller (1.5) in
de CO2-toevoerende slang aangebracht worden. Tussen
de blaasjesteller en de drukregelaar moet in de CO2-
slang absoluut een terugslagventiel (1.6) aangebracht
worden, zodat er in geen geval water in de aanwezige
CO2-techniek (b.v. het magneetventiel of de drukrege-
laar) terechtkomt.
Zorg voor het vullen met water ervoor dat de kop (6.1)
zeker stevig (gebruik hier geen gereedschap voor) aan
het onderdeel (6.6) van de reactor is vastgeschroefd en
er op die manier geen water uitlopen kan.
Nu kunt u het buitenfilter met water vullen, waarbij ook
de sera flore actieve CO2-reactor 500 of 1000 zich met
water vult. Om het apparaat te ontluchten, moet het
kort op z’n kop worden gezet resp. omgedraaid wor-
den. Op die manier loopt de lucht er door de afvoerpijp
vlakbij de bodem in de reactor uit. Deze procedure
moet evt. worden herhaald, tot er zich geen lucht meer
in de reactor bevindt. Daarna wordt de sera actieve re-
actor 500 of 1000 weer rechtop in z’n bedrijfsstand
gezet en vastgemaakt.
Inbouw in een aquarium zonder buitenfilter (afb. 2)
Wanneer u de sera flore actieve CO2-reactor 500 of 1000
als reactor in het aquarium aan wilt brengen, heeft u
voor de aandrijving een aparte waterpomp nodig (min.
500 l/h voor de sera actieve reactor 500 resp. min. 700 l/h
voor de sera actieve reactor 1000), die met een slang op
de inlaat van de reactor aangesloten wordt (2.1). De toe-
voerslang mag het pompvermogen niet sterk vermin-
deren, d.w.z.: de slang moet een geschikte diameter
hebben. Op de uitlaat van de reactor (2.2) moet eventu-
eel een slang geplaatst worden, die de waterstraal rich-
ting geeft. Schuif nu de CO2-slang op de CO2-aansluiting
(2.3) van de reactor. In de buurt van de reactor moet op
een goed zichtbare plaats een blaasjesteller (2.4) in de
CO2-toevoerende slang aangebracht worden. Onder de
blaasjesteller moet in deze slang absoluut een terug-
slagventiel worden aangebracht (2.5), zodat er in geen
geval water in de aanwezige CO2-techniek (b.v. het mag-
neetventiel of de drukregelaar) terechtkomt.
Start de pomp kort, zodat de reactor volloopt met
water. Deze moet enkele seconden op z’n kop worden
gezet, zodat de lucht uit de reactor ontsnapt. Deze pro-
cedure moet evt. worden herhaald, tot er zich geen
lucht meer in de reactor bevindt. Daarna wordt de reac-
tor weer rechtop in z’n bedrijfsstand gezet en vastge-
maakt.
Inbouw buiten het aquarium zonder buitenfilter (afb.
3)
Dezelfde procedure als bij het inbouwen in het aquari-
um, maar nu wordt de reactor b.v. onder het aquarium
geplaatst.
Werking
Nu kan de CO2-toevoer worden gestart. Stel met de
drukregelaar het gewenste aantal aangevoerde CO2-bel-
len in. De richtwaarde daartoe is een bel CO2/min. per
10 l aquariumwater. Deze behoefte kan afhankelijk van
de groei en het verbruik van de planten aanzienlijk
hoger liggen. Het gaat erom, eerst te observeren en
langzaam te onderzoeken wat de werkelijk benodigde
hoeveelheid CO2is. Wanneer de reactor werkt, kunt u de
draaiende rotoren in het bovenste deel ervan bekijken.
De rotoren verwerken de CO2tot hele fijne belletjes die
gemakkelijk in het water oplossen.
Reiniging
De sera flore actieve CO2-reactor 500 of 1000 uit het
aquarium resp. de filterkringloop halen.
De reactoren kunnen volledig uit elkaar gehaald worden
(afb. 6). De losse delen met een lap of een zachte borstel
zonder reinigingsmiddel schoonmaken.
Na het schoonmaken de reactor weer inbouwen zoals
dit in de betreffende montagehandleiding beschreven
wordt. Nadat de reactor opnieuw in gebruik genomen
is, kan er zich lucht in de reactor concentreren. Deze
kan, zoals in de betreffende montagehandleiding be-
schreven wordt, worden verwijderd.
Onderhoud
Na langdurige werking kunnen de rotoren (6.3 en 6.4)
verslijten. Ook moet, nadat het apparaat verschillende
keren uit elkaar gehaald is, de afdichtingsring (6.2) wor-
den vervangen. Deze onderdelen zijn los verkrijgbaar.
Veiligheidsinstructies
• De sera flore actieve CO2-reactoren 500 en 1000
mogen alleen achter een drukregelaar op een onder
druk staande fles CO2worden gebruikt. De aange-
brachte CO2-bedrijfsdruk mag 1 bar niet overschrij-
den. Bij een onverminderde CO2-toevoer en een te
hoge druk kan het inlaatstuk voor de CO2-toevoer af-
breken.
• Gebruik uitsluitend een hoogwaardige drukregelaar
met een fijn naaldventiel, b.v. de sera flore CO2druk-
regelaar, waarmee het aantal bellen op betrouwbare
wijze ingesteld kan worden.
Onderdelen
Afdichtingsring (art. nr. 08070)
Rotorset met stijgbuis 500 (art. nr. 08071)
Rotorset met stijgbuis 1000 (art. nr. 08072)
Zuighouders (art. nr. 08073)
Bevestigingsplaat (art. nr. 08074)
Waarschuwing
1. Er moet gelet worden op kinderen, zodat gegaran-
deerd is, dat ze niet met het apparaat spelen.
2. Het apparaat is niet bestemd om te worden gebruikt
door personen (inclusief kinderen) met een beperkt
lichamelijk of geestelijk vermogen of beperkt waar-
nemingsvermogen of door personen met onvol-
doende ervaring en kennis, behalve wanneer ze wor-
den begeleid door een persoon die voor hun
veiligheid verantwoordelijk is of worden geïnstrueerd
voor het gebruik van het apparaat.
sera flore Reaktoren_GBI INT:GBI seramic 15.01.10 11:55 Seite 14